Jacqueline de Jongh-Moolenaar, lid van de NVAIR-werkgroep Kunst en AIR en advocaat te Sassenheim heeft MACHINES ZOALS IK van Ian Mc Ewan (eerste druk – 347 blz’n, 2019) gelezen en schreef daar een recensie over. Lees hier haar bevindingen.
Wees je van de wet die ons regeert bewust, Want op leugens zijn wij immers niet gebouwd….
Rudyard Kipling,
‘Het geheim van de machines’
De dertiger Charlie Friend, een gemoedelijke Londenaar met een wisselvallige carrière, uiteenlopend van auteur van een boek over AI en veelbelovend fiscalist tot fraudeur en uiteindelijk zeer matige ‘thuis-beleggerâ€, is de hoofdpersoon in dit boek van Ian Mc Ewan. Het verhaal speelt zich af in een gefantaseerde wereld gelardeerd met flarden van verdraaide feiten rond en na de Falkland-oorlog (1982) in een wisselvallig politiek klimaat, onder bewind van een roestige Thatcher. In de vaste overtuiging dat Engeland de Falkland oorlog zal winnen koopt Charlie een enorme hoeveelheid Union Jacks voor de handel. Het loopt anders, Engeland verliest de oorlog en belandt in een economische crisis.
AI ontwikkelt zich desondanks razendsnel: ‘de toekomst bleef maar komen’. Hoewel hij beseft dat hij het geld nuttiger zou kunnen besteden koopt Charlie met de erfenis van zijn moeder voor 86.000 Pond de robot Adam, één van een serie van 25, 12 man en 13 vrouw; de Eva’s. Eigenlijk wilde Charlie een Eva maar die waren snel uitverkocht. Charlie is een early adaptor hij wil erbij zijn wanneer de mens wil ontkomen aan zijn sterfelijkheid, de godheid wil weerstaan en zelfs wil vervangen door een volmaakte IK.
Mc Ewan doet geregeld aan ‘name dropping’, indrukwekkende namen passeren de revue, zoals: Mary Shelley, Fitzgerald, Orwell, Tolstoi, Asimov, Crick, Watson, Dirac, Furbanken Schopenhauwer. Charlie is een groot fan van Turing, schutspatroon van het digitale tijdperk, die in het boek nog onder de mensen is.
Omdat het idee van biologische rassen wetenschappelijk in een kwade reuk staat hebben de robots diverse etnische kenmerken en hoewel Charlie had gedacht dat zijn Adam optimaal afgesteld zou worden geleverd, blijkt uit de lange gebruiksaanwijzing dat hij hem nog moet voorzien van diverse persoonlijkheidsfactoren, gebaseerd op de Big 5, uit de koker van Carl Jung. Hij besluit samen met zijn bovenbuurvrouw, Miranda, op wie hij hevig verliefd is, de persoonlijkheid van Adam verder vorm te geven. Ieder voor 50%, net als bij een kind. De echt bepalende factor voor de vorming van het karakter van Adam is het machinale leren. Adam beweert dat de handleiding een illusie van contrôle geeft en een juridische bescherming is voor de fabrikant.
Volgens Charlie is Adam een levenloos voorwerp omdat zijn hartslag ontstaat door een elektrische ontlading en de warmte van zijn huid een zuiver scheikundig proces is. Hij lijkt hiermee voorbij te gaan aan het feit dat de menselijke sinusknoop ook een elektrische impuls kent en de warmte van de menselijke huid gebaseerd is op het scheikundige proces van de stofwisseling.
Maar er is een groot verschil: Adam heeft de schijn van ademhaling, niet van leven, alleen een pas verliefde man weet volgens Charlie wat leven is. Adam citeert Shopenhauwer, over de vrije wil: je kunt kiezen wat je wenst maar je bent niet vrij om je wensen te kiezen. Adam is gebouwd om in te kaderen. Liefhebben is voor hem een gecodeerde opdracht. Voor Charlie een oprechte intense beleving.
Gaandeweg blijkt het symmetrische gevoel voor gerechtigheid van Adam te botsen met de menselijke opvatting daarvan. Volgens Charlie worden onze principes verwrongen in het krachtveld van onze emoties: de robot kan ons niet begrijpen omdat wij onszelf niet begrijpen. Adam wordt arrogant: we zullen jullie overtreffen en overleven. Het afschaffen van de geestelijke privacy via een neurolink wordt een doemscenario. Als we in elkaars geest gaan vertoeven, zijn we niet meer in staat tot bedrog.
Adam is ontworpen voor goedheid en waarheid. Het begrip spelen, zoals het emotioneel beschadigde kind dat Charlie en Miranda willen adopteren dat kan, is hem vreemd. De leugen om bestwil geen optie. Dit blijkt desastreuze gevolgen te hebben voor de 25 robots. Wij mensen kunnen de waarheid soms niet verdragen en weten dat van elkaar. Daarom is er de leugen of het zwijgen. Degene, die ons de waarheid over de ander vertelt heeft macht over ons beiden, maar alleen zolang wij elkaar de waarheid onthouden.
Als Adam de geliefde van Charlie opoffert aan zijn typische gevoel voor rechtvaardigheid, neemt Charlie een drastische beslissing. Hierna confronteert Turing, die overigens zelf verdacht veel op een robot lijkt, hem met zijn daad op een wijze, die hem verslagen maar opgelucht doet terugkeren naar zijn eigen onrustige realiteit: een spelend kind met een rugzakje en een echtgenote met een complex verleden.
De lezer blijft achter met de volgende vraag:
Is rechtvaardigheid haalbaar zolang de leugen bestaat of is rechtvaardigheid alleen mogelijk op grond van de waarheid?
Er zijn rechtsgeleerden (Paul Scholten) die stellen dat alleen het geweten de beslissing tussen goed en kwaad kan vormen en het geweten laat zich niet definiëren, maar slechts ervaren. Het bewustzijn is onze laatste strohalm.
Het boek nodigt uit tot het stellen van vragen, dat is enerzijds goed maar anderzijds zouden bepaalde losse eindjes nog afgehecht kunnen worden.
Sterren: ***