Techniekfilosofie en AI

December 2019,
Hub Dohmen.

In mijn artikel in de vorige nieuwsflits schreef ik over de filosofiecursusweek ‘Ik, Robot’ van ISVW Internationale School Voor Wijsbegeerte. Ik volgde die cursus omdat ik als tech-/IT-advocaat de behoefte voelde aan verdieping op andere terreinen dan het juridische terrein.

Wat is AI

De cursus behandelde filosofische en ethische aspecten van AI, robotica, algoritmes en dergelijke. Ik gooi deze begrippen nu oneerbiedig op een hoop. Zij zijn natuurlijk niet hetzelfde, maar hebben vaak wel met elkaar te maken of kunnen niet zonder elkaar. Het overkoepelende begrip is AI, Artificiële Intelligentie, Kunstmatige Intelligentie – geen handig woord om af te korten … Algoritmes – een soort programma’s – vormen de basis van kunstmatige intelligentie. AI kent veel vormen, waaronder machine learning – afgezet tegen de eerste rule based-vormen – met als specifieke uitvoeringen deep learning met bijvoorbeeld meerdere neurale netwerken, reïnforcement learning enzovoort. Ik ga daar nu verder niet op in. Ik wil het namelijk hebben over enkele filosofische en ethische aspecten van deze technieken.

Techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek

Ik benoemde in mijn artikel in de nieuwsflits onder meer de onderwerpen die aan bod kwamen. Ook kondigde ik aan er later dieper op in te zullen gaan. Welnu, de verdieping die ik wil aanbrengen, is vooral gebaseerd op de bijdrage van techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek. Waarom? Omdat hij een visie op onze verhouding tot techniek heeft die concrete handvatten geeft. Ik gebruik enkele van zijn denkbeelden uit zijn lezing van een halve dag. Ik geef er zo hier en daar wel een eigen twist aan.

Verbinding met techniek

Verbeek start vanuit de gedachte dat de mens altijd al met techniek verbonden was. Het draagt dan ook niet bij om te vervallen in de soms gehoorde paniekreactie dat de moderne technologieën ons gaan overheersen en wegdrukken. Overigens is ook het tegendeel – de hallelujah-benadering jegens techniek – niet behulpzaam. De vraag is echter hoe je – vanuit de ethiek – techniek kunt inzetten om de samenleving te verbeteren.

What’s new (?)

Deze benadering gaat uit van het idee dat deze grote invloed van techniek vele malen eerder zagen. Zo betekende de uitvinding van het schrift en de boekdrukkunst veel voor het denken en de verspreiding ervan. Er is wél een verschil met ‘vroeger’: we gebruiken techniek niet meer alleen, maar raken erin ondergedompeld. We raken zelfs vermengd en dat verklaart deels de angst voor vervanging.

Van mens tegenóver machine naar mens én machine

Verbeek benadrukt dat we het frame van mens tegenover machine moeten verlaten. Techniek vervangt de mens niet, hij verandert hem. Hij creëert telkens een nieuwe mens. Dit veronderstelt juist een samenwerking, van oudsher toegepast. De nieuwe dreiging die we ervaren, ontstaat doordat AI aan onze cognitie raakt.

Intern begeleiden vanuit waarden

Het is dus niet de vraag óf kunstmatige intelligentie ons als mens verandert, maar hóé. Daarvoor zijn waarden en ethische kaders beslissend. Dat geeft ons de gelegenheid om – terwijl we onderdeel uitmaken van het systeem, van de maatschappij (‘intern’) – de toepassing van deze technieken te begeleiden. Dat is een belangrijk voorportaal voor wettelijke regulering, zo dunkt mij.

Rechten voor robots: welke (?)

Het is niet voor niets dat de stap naar het stellen van de vraag over rechten voor robots of andere slimme systemen. Alleen al het stellen van de vraag roept bij sommigen heftige reacties op. Voor nu volsta ik met twee opmerkingen hierover. Allereerst is deze vraag niet (alleen) een ja-nee-vraag, maar een vraag over ‘welke rechten’. We kennen immers nu ook al juridische entiteiten met een groot verschil in rechten.

Manipulatie

Een andere overweging is de volgende. Het is duidelijk dat sommige algoritmes een cruciale rol in onze samenleving gaan spelen, of zelfs ál spelen. Je kunt je afvragen of we niet willen voorkomen dat een willekeurige derde dergelijke algoritmes zou kunnen manipuleren. Het geven van rechten aan dergelijke AI-systemen is dan een optie.

Op de bok

Hoe dan ook, de insteek van Peter-Paul Verbeek is een mijns inziens een constructieve en bruikbare. Vertaald in mijn eigen woorden: ‘Als je op de bok zit, kun je sturen. Als je met de hakken in het zand achter de wagen hangt, hap je stof, moet maar zien waar je uitkomt en misschien rem je een klein beetje af’.